Vroeger zong ik als kind een liedje: “Hoog in de wolken daar wil wezen, hoog in de wolken daar wil ik zijn” , maar waar onze geest uit het moment kan verdwijnen, is dat voor ons lijf praktisch onmogelijk. Het lichaam kan niet met de geest mee opstijgen. De geest kan bezig zijn met zaken die buiten de realiteit van het heden liggen en beelden scheppen die zich zowel voor als achter de feitelijke gebeurtenissen bevinden. Anders dan onze geest heeft het lichaam daarin geen keus. Ons lijf is nu eenmaal altijd ergens in het hier en nu. En hoe meer onze geest zich tegen deze beperkende omstandigheden van de fysieke realiteit verzet, hoe meer stress.
We kunnen de gevoelservaring die nu plaatsvindt met onze geest proberen te negeren of weg te drukken, echter wil de geest het gevoel van vliegen een beetje kunnen benaderen, dan zullen we op zijn minst eerst wat ‘emotioneel gewicht’ moeten verliezen. Een lichaam dat zoiets als oude en bevroren angst bij zich draagt, kan niet ontspannen, vol vertrouwen, flexibel en helder voelend verschillende werelden betreden. Emoties die niet worden gefilterd en losgelaten, blijven als een veld van emotionele energie in ons lichaam hangen. Deze pijnlijke emoties liggen bijvoorbeeld zwaar op de maag of kunnen onbewust ergens anders in ons lijf voor verzwaring zorgen.
Hoe meer ballast hoe groter de afstand en fysieke onbereikbaarheid van onze grootste dromen.