Emotioneel betrokken zijn bij iemand, betekent voor mij dat je met iemand meevoelt en meebeweegt met diens behoeftes. Je stemt als het ware op iemand af en reageert vervolgens vanuit dat wat je voelt bij de ander. Door je af te stemmen kun je voor de ander zorgen, je staat klaar om iemand op te vangen of om de ander precies dat te geven, zodat deze zijn/haar taak zo goed mogelijk kan volbrengen. Tevens kun je de ander alle vrijheid geven om te zijn, om zichzelf te vestigen en zelf ergens een stempel op te drukken. Je stuurt zeg maar aan op zelfredzaamheid. Denk hierbij aan de opvoeder, de leerkracht, de leidinggevende, de chefkok, de verpleegkundige, de dokter, de regisseur, de therapeut, de goede vriend of vriendin enzovoorts.
Er kunnen echter problemen ontstaan wanneer de ander geen inzet toont. Wanneer de ander dus als het ware ‘uit’ staat. Er kan innerlijk een irritatie ontstaan wanneer jij je in zo’n geval uit empathie teveel op de vlakte houdt, terwijl de ander het zelfbeschikkingsrecht beschouwt als een vrijbrief om niets te doen. Wanneer de ander het voor jou gevoel laat afweten, kan de teleurstelling groot zijn. Je kunt je afgewezen voelen, in de kou gezet. Je verwachtte mogelijk daadkracht, je verwachtte mogelijk dat de ander de schouders eronder zou zetten om samen met jou het schip door de golven van de oceaan van het leven te loodsen. Dit kan soms een valse verwachting blijken te zijn. Je kunt er namelijk niet altijd automatisch vanuit gaan dat de ander zich slagvaardig opstelt en de uitdaging aangaat om doelmatig samen te werken.
Naast een ontvangende opstelling (betrokkenheid tonen), is het ook belangrijk om te ‘zenden’. Om de ander je verwachtingen duidelijk te maken en grenzen aan te geven, zeker wanneer blijkt dat de ander de ruimtelijke vrijheid te breed opvat en dus het beoogde doel dwarsboomt. Als anderen hun verantwoordelijkheid niet nemen, betekent het namelijk niet dat jij dan ook de verantwoordelijkheid maar uit de weg moet gaan. Of anders gezegd: als een ander ‘uit’ is, betekent dit niet dat jij het licht dan ook maar uit moet doen.
Ontvangen is één ding, je autoriteit neerzetten is van een andere orde. Je kunt een zwakte in je afweer ervaren en uit angst voor de kracht van de ander jouw belang op de achtergrond schuiven. Je kunt bijvoorbeeld bang zijn om tegen de ander in te gaan, bang om niet opgewassen te zijn tegen het (ego)belang van de ander. Maar het kan ook zijn dat je te goed van vertrouwen bent of bang bent om zeurderig over te komen. Om al dat soort redenen kun je het belang van de ander zwaarder laten wegen dan het hogere of algemene belang. Van binnen veroorzaakt dit dan echter wel spanning, stress en irritatie.
Stress en irritatie omdat de ander geen inzet en medewerking vertoont, kan zeer heftig zijn, maar wanneer dit uitmondt tot verraad, dan komt de pijn op een ander ‘level’. Verraden worden door je naasten slaat een gat in je binnenste, een gat in je energiesysteem. Een gat dat zich maar moeilijk laat helen. Wanneer het verraad vervolgens gedurende lange tijd wordt meegezeuld, zonder dat wij expressie (kunnen of durven) geven aan onze autonomie (autos staat voor zelf en nomos staat voor wet), dan zal de energetische blokkade die dit veroorzaakt het zelf beperken om volwassen te worden, om tot wasdom te komen. Verraad overschrijdt de grens van de kosmische orde, de wet van liefde. Het betekent de doodsteek voor de eenheid. De verbinding wordt verbroken, de heelheid valt uiteen. Verraad is daardoor moeilijk te verteren en onmogelijk te negeren. Het kan dan ook alleen geheeld worden wanneer we onze plaats in de autos & nomos gaan innemen. Wanneer we zelf werkelijk ‘aan’ gaan en onze ego ontstijgen.
De ziel staat voor de heelheid, het ego voor de verdeeldheid. Onze ware aard (=liefde). Noem het zenden van de ziel dan ook geen wraakneming, noem het geen vergeldingsactie, maar noem het bewustzijn. Het goddelijke zijn. Zijn houdt in dat we zowel ontvangen (de ervaring toelaten, voelen) als zenden (uitdrukking geven aan de ervaring en aan datgene wat we voelen).
Zenden is overigens niet hetzelfde als vechten. Vechten tegen het verraad van onwilligen is zinloos. Er zullen echter velen zijn die dit laatste niet zullen geloven en tegen deze gedachte in opstand komen en in de weerstand schieten. “Hoezo zullen wij ons neerleggen bij de vernietigingsdrang van het ego? Hoezo zullen wij het kwaad laten winnen van het goede? Dienen wij niet alles wat in onze macht ligt om kwaadwillenden tot rede te brengen? Moeten wij de onwilligen niet proberen tot bewustzijn te verleiden?” Ja en nee. Tot op een bepaalde hoogte kunnen wij inderdaad proberen om onwil tot rede te brengen. Maar wanneer de wil van het ego onverbiddelijk is, is er volgens mij uiteindelijk maar één ding wijs om te doen: ophouden met redden en: loslaten.
Er bestaat zoiets als de kosmische wet van de vrije wil. Als iets of iemand daarom jouw gevoel niet wil erkennen, jouw waarheid niet wil horen en erop uit is om het goede (uit onwetendheid en zijn/haar krampachtige overtuiging) te vernietigen, dan is vechten zinloos. Het zelf is niet opgewassen tegen de penetrerende kracht van de vernietigingsdrang. Misschien een vreemd voorbeeld maar denk hierbij aan de computerhacker. Wanneer hackers een computersysteem willen aanvallen, dan is het niet een kwestie of het ze lukt maar eerder: wanneer het ze lukt. De volhouder wint en zo is het ook met de wil van het ego. Wanneer deze uit is op vernietiging dan is daar geen kruit tegen gewassen. Wannneer het ego heeft besloten de ogen en oren te sluiten voor de roep van de hogere wijsheid, dan houdt het simpelweg op. Wanneer iemand erop uit is om de goede wil te ontkennen (alles heeft uiteindelijk te maken met erkenning) en blijft volharden in een gekwetste staat van zijn, kun je best proberen iemand op andere gedachte te brengen. Je kunt smeken, je kunt lobbyen maar wanneer de onwillige blijft volharden in zijn/haar overtuiging en ware wijsheid blijft aanvallen, dan houdt het op. Je kunt dan maar één ding het beste doen en dat is het dwingende verlangen om de ander te ‘bekeren’ (tot inzicht te brengen) los te laten. Dit is overigens beslist niet hetzelfde als ‘uit’ gaan. Eerder schreef ik: als een ander ‘uit’ is, hoeft dit niet te betekenen dat jij (en je verstand) het licht dan ook maar uit moet doen! Hierin zit de grote les voor de mensheid! In het de geschiedenis van de aarde zijn er veel mensen ‘uit’ gegaan. Zij hebben het innerlijk licht vanwege de traumatische ervaring van verraad gedoofd. Het verraad was te groot om te dragen en de pijn te zwaar om te voelen.
In de aardse realiteit vormen drie principes een drie-eenheid: lichaam, geest en ziel. Wanneer de wil van het ego, dat verbonden is met het aardse (dus met het lichaamsprincipe), niet wil samenwerken met de wil van de ziel, dat verbonden is met het hemelse, dan kan het aardse zichzelf vernietigen. De geest (het verstand) die ertussen staat kan proberen te bemiddelen en het ego proberen tot rede te brengen. Zo kan de geest de boodschap van de ziel proberen over te brengen en als het ware op aarde brengen. Maar als er vanwege rede onvatbaarheid en kosmische wetteloosheid de eenheid niet bereikt kan worden, dan zit er voor het verstand (de geest) maar één ding op en dat is: komen tot een wijze keuze en kiezen voor het loslaten van de strijd (stoppen met het ego te overreden om tot bewustzijn te komen). Of om in meer religieuze termen te spreken: het lichaam af te leggen (symbolisch bedoeld). De geest kan echter ook besluiten om tegen beter weten in te blijven vasthouden aan de hoop op redding van het ego, of het kan besluiten helemaal niet te kiezen. Komt de geest echter niet tot een heldendaad, maar blijft het een zwevende kiezer dan raakt het afgesneden van de ziel (de eeuwige eenheid). De geest doet er in zo’n geval verstandiger aan om te kiezen voor de heelwording en op te gaan in de ziel door zijn plaats in de autos & nomos in te nemen. Dit is de weg van het aan gaan, in plaats van uit gaan.
*Haumea wijst op het belang om je te herinneren wie je bent. Zij wijst je op je goddelijke afkomst en de magische krachten die je tot je beschikking hebt.