Iedereen heeft behoefte om een plek in te nemen en behoefte aan een eervolle, respectvolle behandeling. Wanneer het ons hieraan ontbreekt, treedt het mechanisme van vragen om aandacht en manifestatiedrang in werking. Het zit als het ware in ons interne programma. We zijn ten tijde van ‘aandachtvragend gedrag’ ons veelal niet bewust dat we opereren van een gevoel van tekortkoming en gemis. Het egoprobleem (=innerlijke drang om de behoefte aan erkenning te bevredigen) komt dan ook voort uit de angst, onzekerheid en het verdriet dat je niet wordt gezien, niet wordt opgemerkt. In het stuk over – de mythe van Saturnus – schrijf ik:
“Het ego wil op aarde overleven, het wil zich op aarde vestigen. Het ego wil stand houden, levensruimte innemen, erkenning krijgen en gezien worden”.
Een aantal jaren geleden schreef ik een scriptie over het ego. Hierin beschreef ik zeven manieren die het ego kan hanteren in zijn behoefte aan erkenning. Een daarvan is: heersen. Controle en macht spelen hierbij een rol, maar ook leiderschap en status. Het hele thema kunnen we overigens verbinden met het bewustzijn en de spirituele kwaliteit van het teken Leeuw en tevens met de betekenis van de Plutoïde Varuna. Leeuw is het astrologische teken waarbij het gaat om bewonderd worden door het tonen van een krachtige uitstraling. Bij Leeuw gaat het om het vervullen van een hoofdrol in het toneelstuk (drama) van het leven. De valkuil is echter dat een te grote schreeuw om aandacht dominant gedrag en een arrogante uitstraling voortbrengt.
Zowel het teken Leeuw als Varuna is verbonden met de Zon. Varuna heeft betrekking op aandachtig zijn, ‘alert zijn’.
Niet alles wat we naar buiten toe uitdrukken en in de wereld brengen, valt altijd in goede aarde. We ervaren allemaal wel eens dat we niet volledig voldoen aan de verwachtingen van de omgeving. Eén en ander heeft betrekking op persoonlijke voorkeur, begrip, inlevingsvermogen, normen en waarden, regels, overtuigingen enzovoorts. Sommige manieren die je hanteert of zaken die je naar buiten brengt worden erkend en gerespecteerd, andere dingen minder of misschien zelfs helemaal afgewezen. Wat de één afwijst, kan overigens door een ander misschien juist worden omarmd. Jezelf uitdrukken is nu eenmaal een creatief proces en niet iedereen zit op de zelfde golflengte of heeft dezelfde creatieve smaak. Het uitdrukking geven aan datgene wat ons raakt, wat ons bezighoudt, ons motiveert en ons blij maakt, lukt daarom het beste in een betrouwbare omgeving. Dat is een omgeving waarin wij worden geaccepteerd en waarin we de ruimtelijke vrijheid ervaren om zonder vooroordeel te mogen zijn wie wij zijn. In een dergelijke sfeer stel je je ontvankelijk op en voel je de ander en laat je de ander in zijn/haar waarde. Je laat de ander toe in je binnenste zonder vooropgezette verwachtingen, de hokjesgeest ontbreekt.
Over het algemeen blijken wij echter niet altijd zo goed in staat om elkaar in de waarde te laten. We accepteren niet altijd automatisch dat er naast onszelf er nog vele anderen zijn die net als wij dagelijks worstelen met hun creatieve ontwikkeling. We worden vaak te veel opgeslokt door ons eigen proces om ons ook nog eens bezig te kunnen houden met het in kracht zetten van een ander.
We zoeken allemaal erkenning, aandacht en liefde. Hoe meer we hiervan ervaren, hoe waardevoller wij ons voelen. Wij worden daarom (veelal onbewust) gedreven antwoord te vinden op de vraag: “ hoeveel ben ik waard?” We zoeken naar een soort van bankafschrift waarop staat hoeveel we in de plus staan. Wij mensen hebben hiervoor ook een meetinstrument ontwikkeld, namelijk: de reactiepeiler. Door als het ware de reacties uit onze omgeving te peilen proberen we in te schatten hoeveel wij ten opzichte van de buitenwereld waard zijn. Wanneer we het gevoel hebben dat we in de min staan, proberen we het negatieve saldo op te heffen door bijvoorbeeld in de gunst van de ander te geraken. Maar ook afgunst creëren kan een middel zijn om pluspunten te scoren. Als we maar erkenning en aandacht krijgen want daar scoor je punten mee.
Er liggen echter twee gevaren op de loer die ons saldo doet slinken. Het eerste is: de persoonlijke aanval. Wanneer we namelijk aangevallen worden, krijgen we de boodschap dat anderen ons geen knip voor de neus waard vinden (anders zouden we immers niet worden aangevallen). Deze zogenaamde waardedaling geldt echter niet in dezelfde mate voor iedereen. Dit is afhankelijk van persoonlijke emoties en overtuigingen. Wat de één bijvoorbeeld ziet als persoonlijke aanval, ervaart de ander niet als zodanig. Iemand kan bijvoorbeeld in de veronderstelling zijn dat een ander hem of haar met opzet geweld aandoet, terwijl dit in strikte zin van het woord misschien niet strookt met de feitelijke gebeurtenissen. Het verdedigingsprogramma staat bij de één als het ware scherper afgesteld dan bij de ander. Hier belanden we bij een punt dat uitnodigt tot een discussie, want wanneer worden we nu werkelijk aangevallen en wanneer ‘denken’ we dit alleen maar? Of anders gezegd: wanneer probeert een ander ons opzettelijk te beschadigen (te vernietigen) en wanneer is er sprake van een gekwetst ego met een negatief saldo (dusdanige hoeveelheid aan minpunten) op de persoonlijke rekening van het ego.
Wanneer wij ons gekwetst voelen, verdrietig of tekortgedaan dan hoeft er geen opzet in het spel te zitten en vernietigingsdrang achter het motief van onze kwelgeest. Het kan zijn dat onze eigen overtuigingen, vasthoudende emoties en gevoel van miskenning ons verdedigingsmechanisme aanzet. Hoe meer we ons bewust zijn van onze angsten en onzekerheden met betrekking tot onze eigenwaarde, hoe beter we deze waarheid onder ogen kunnen komen. Merk op: de scheidslijn tussen schuld en onschuld kan flinterdun zijn.
Ik had het hiervoor echter over twee gevaren. Het eerste wordt hierboven genoemd, het tweede gevaar is: het positieve saldo van de ander. Hoe groter de waarde van een ander hoe ongunstiger jij uit de bus kunt komen. Jouw waardigheid kan in de ogen van de omgeving teniet worden gedaan in vergelijking met de rijke, getalenteerde en machtige medemens. Tussen uitblinkers kan onze eigenwaarde flink kelderen! Dit is dan ook als reden aan te wijzen waarom wij onbewust niet altijd goed in staat zijn om een ander de ruimte te gunnen om zijn of haar kwaliteiten ten tonele te brengen.
Stralen lijkt dus vooral iets te zijn wat een ander ons moeten gunnen. Wanneer de gunfactor ontbreekt, ben je geneigd om het licht uit te doen. Hoezeer je ook je best doet om goed uit de bus te komen, als een ander je niet de ruimte gunt om je te manifesteren en je in de waarde laat dan is het een stuk lastiger om te ‘shinen’. Het universum staat overigens vol gedoofde of gedempte lichten omdat zij de overtuiging hebben dat schitteren niet is geoorloofd.
Naast angst voor tekortkoming en gebrek aan ruimtelijke vrijheid om ons te kunnen manifesteren (dat voortkomt uit de behoefte aan erkenning, waardering en bevestiging), is er ook nog zoiets als stralingsangst. Wanneer het erop aankomt vinden veel mensen het eng om zich als stralende ster aan de hemel, aan de buitenwereld te tonen. Hieruit kan een wankel gevoel van instabiliteit voortvloeien dat gepaard gaat met vrees voor grote hoogtes. Want wat als je jezelf niet kunt waarmaken? Wat als je vanaf grote hoogte naar beneden valt? Wat als anderen je aanvallen op je fouten en mislukkingen? Deze angst wordt gevoeld door ‘sterren’ die als het ware proberen om het licht weer aan te doen. Ooit was het namelijk ineens afgelopen met het stralen, waardoor deze sterren (zonnen) in een innerlijke schuldencrisis geraakten. In één klap zagen zij hun eigenwaarde onderuit gaan, iets dat insloeg als een bom. Het ego liep door deze crisis een flinke deuk op. Sindsdien proberen deze ‘gedoofde zonnen’ uit de emotionele armoede te geraken door alle plussen en minnen tegen elkaar af te wegen. Daarbij is het zo dat hoe meer pluspunten je verzamelt, hoe meer branduren je kunt maken. Het probleem is alleen dat wanneer de waardepunten op zijn, je telkens weer van voor af aan moet beginnen en weer nieuwe pluspunten moet vergaren. Je zou kunnen zeggen dat het leven op die manier een eeuwig durende strijd wordt om het saldo op de rekening van het ego op peil te houden. Dit om het ego te kunnen voorzien van brandstof, alles om maar te kunnen stralen.
Stralen begint dus bij ontvangen. Je kunt het vergelijken met stroom, ook een lamp kan pas branden als het verbonden is met een energetisch netwerk. Zonder input, geen output. Willen wij dus zelf fonkelen, stralen en schitteren, zullen we eerst iets (energie) moeten ontvangen. De zintuigen zijn hierbij onze hulpmiddelen, het zijn kanalen waarmee wij de wereld kunnen ontvangen. Wij putten energie uit liefde en krijgen deze energie puur door deze op te merken. Dus puur door deze te zien, te horen, te ruiken, te proeven en te voelen. Daarbij is het zo: hoe oordeellozer onze blik, hoe puurder (zuiverder) is de energie die we ontvangen (het is immers ongefilterd).
Wanneer we met respect, nieuwsgierigheid en aandachtig naar de natuur, naar mensen, naar gebeurtenissen en naar alle andere mooie dingen in onze omgeving kijken, dan halen wij de energie van liefde naar binnen. Tegelijkertijd voelt de ander zich door ons gezien. Hierbij stopt de energetische input echter nog niet want net zoals de zon tijdens een stralende dag wordt opgemerkt, kunnen wij op onze beurt ook weer worden opgemerkt wanneer wij ons licht werpen op anderen (anderen aandacht geven). Kortom: wanneer we positieve aandacht hebben voor onze omgeving kunnen wij een dubbel portie aandacht terug verwachten. Hoe groter de ontvangst (hoe meer wij zien) hoe meer anderen op hun beurt ons zien! En is dit niet iets waar we allemaal zo naar verlangen?
We kunnen onze stralingskracht dus verhogen door enkel en alleen onze nieuwsgierigheid voor de omgeving te verhogen! De manier waarop we dus op een minder uitputtende manier dan hierboven wordt beschreven, pluspunten kunnen scoren, is door de waarde van anderen te ondersteunen en te stimuleren!
Respect en waardigheid zijn twee belangrijke energetische krachten (lichtbundels) waarmee wij anderen kunnen helpen op te lichten. Het zou veel schelen als we beginnen met elkaar oefenruimte te gunnen, zodat we allemaal onze manier van zijn kunnen perfectioneren en waar nodig bij te schaven. Wanneer we daar nog een energetische straal van aanmoediging bovenop doen, geven we anderen mogelijk net dat zetje dat nodig is om het experiment met de titel: ‘de manifestatie van het zelf’, aan te gaan. Tegelijkertijd verhogen we door het aanzetten van ons ontvangstkanaal automatisch het saldo op de energetische bankrekening van de ziel.
Wij zijn lichtbrengers: of beter gezegd lichtmakers. Wij kunnen bij een ander het licht aanzetten. Ons licht moest echter eerst worden ingedamd (zachter worden) om deze bovenstaande wijsheid te leren. Het was een harde les, het was vaak niet leuk, vaak niet liefdevol en best zwaar. Nu zijn we er aan toe om een omslag te maken. Dit vraagt om inzet en een groot verantwoordelijkheidsgevoel omdat we vanaf nu zelfsturend moeten zijn. Het voornaamste streven is niet ons eigen licht laten branden (door punten te scoren), dit nastreven kost onnodig veel energie (zie boven). Ons voornaamste doel zou daarom moet zijn: het licht aandoen bij de ander. Wij kunnen schitteren door anderen te laten schitteren. Niemand kan dan ons ware licht afpakken, niemand kan dat doven. Dit betekent overigens niet dat wij ons dan maar ten koste van alles moeten wegcijferen. Zie ook mijn eerder geplaatste artikel: ‘Egoïsme: thema van de zon in de horoscoop’
Wij moeten de ruimte nemen om de ander (de liefde) in het licht te zetten (te ontvangen). Als je dit snapt, begrijp je de boodschap van Varuna.