Transformator van de onwetendheid (inkeerder)
“Zoek en vind mij”
Haumea is de Hawaïaanse godin van vruchtbaarheid en oermoeder aarde. Zij staat voor de kracht die stilstaat in de ruimte en tijd om dichter bij jezelf te kunnen komen (jezelf te vinden door te herinneren wie je bent). Haumea staat voor de kracht die je kunt aanwenden om stil te staan en naar binnen te keren.
Doel: je uitgangspositie bepalen zodat je jezelf kunt gaan inbrengen en vanuit bezieling en innerlijke leiderschap de ruimte en tijd kunt bevruchten met je energie.
*Over de magie (magische krachten) die wij bezitten om het leven zelf richting te geven (te sturen).
Vragen
Wie ben je in de kern? Wat bezielt jou ?
Thema
Ik Ben. Ik volg mijn hart, ik ben aanwezig in mijn centrum. Over de belichaming: in je lijf komen. Op aarde komen: indalen. Het bewustzijn incarneert in een stoffelijk lichaam. Je plek innemen in je lichaam op aarde, jezelf inbrengen en vanuit bezieling binnen jouw eigen vorm deelnemen aan het leven. Herinneren (weten) wie je in essentie bent en vandaaruit manifesteren.
Thema’s:
-Spelbreker
-Sportief versus onsportief
-Ontmanteld zijn (gebrek / tekort aan levenskracht)
-Volwassen bewustzijn versus onvolwassen bewustzijn
-Emancipatie
-Harteloosheid
-Afgescheiden
-Niet in verbinding zijn
-Gebrek aan inlevingsvermogen / empathie
-Verwaarlozing van de natuur
-Onverantwoordelijk versus verantwoordelijkheidsgevoel
-Geaard zijn (gronden)
-Incarnatie
-Bezieling
-Thuiskomen bij jezelf
-In je lijf komen
-Verankeren (gronden)
-Moeiteloos je plek innemen
-Creatiekracht
-Magisch handelen
-Je hart volgen
-Een met de aarde (natuurbewustzijn)
Maatschappelijke thema’s
-Afweer van het vrouwelijke
-Afwijzing van alternatieve geneeswijzen als homeopathie, acupunctuur enz.
-Afweer van het spirituele
-Ontkenning van het goddelijke, de levenskracht in de materie
-Ontkenning van oude kennis van de natuurvolkeren & voorouder
-Het plaatsen van mensen in hokjes.
-Op zoek naar onze voorouders, onze wortels, opkomst van bijvoorbeeld familieopstellingen.
-Toename en het aanwakkeren van de behoefte aan zelfverwerkelijking en spirituele ontwikkeling bij veel mensen.
-Vergroten van lichaamsbewustzijn.
-Vergroten van zelfkennis
Hieronder vijf artikelen over dit thema:
1: Op je plek zijn
Om authentiek te zijn, om je meest onvervalste zelf te kunnen zijn, moeten we de plaats van onze bestemming bereiken
Het thema plek, jouw specifieke plaats op aarde resoneert met de boodschap van Haumea. Zij is mythisch verbonden met de aarde (moederaarde) en gaat over het hebben van bestaansrecht. Het recht op een eigen plek.
Haumea gaat over jouw plek, de plek waar je tot je recht komt, de plek die van jou is. Haumea zegt als het ware: “ zoek en vind mij”, want zolang je niet op de juiste plek staat, kun je ook niet je ware richting in het leven bepalen en daardoor niet altijd de juiste keuzes maken bijvoorbeeld. Je uitgangspositie (het punt van vertrek) resoneert dan namelijk niet met jouw ware aard. De richting die je opgaat hoort dan misschien wel bij de plek waar je staat, maar past eigenlijk niet werkelijk bij jou. Als je op je eigen plek had gestaan, was je uitgangspositie namelijk anders geweest en had je van daaruit ook andere richtingen gekozen. Richtingen die je wezen zou bekrachtigen.
Systemisch werk beschouwt ordening en het hebben van een eigen specifieke plek binnen het grote geheel als een natuurlijk gegeven. Op het moment dat je op je eigen plek staat komt er rust in de ordening. Wanneer je echter van je plek af bent, ontstaat er disbalans. Dan ontstaat er onrust bij jou maar ook in de verhouding en wisselwering met anderen. Wanneer je niet goed kunt gronden, sta je niet stevig in je identiteit.
Ieder mens heeft een eigen aard en een eigen specifieke plek in de wereld. Wanneer je niet je eigen plek afbakent en inneemt, dan ben je dus als het ware van je plek. Je bent niet daar waar je thuis hoort, of anders gezegd: “je bent niet op je plek”. Het kan dan gebeuren dat je je van binnen onrustig voelt, niet stabiel, niet verbonden, afgesneden, niet krachtig, ongezien, boos, gefrustreerd, enzovoorts.
Natuurlijk kun je als aardebewoner niet zomaar even uit de wereld verdwijnen, je moet wel ergens staan. Je bent er dus wel, maar op een dieper niveau eigenlijk niet volledig (want dat kan alleen op je eigen plek).
Daarbij is het zo dat wanneer je niet op je eigen plek staat, die plek dus eigenlijk leeg is (onvervuld). Het kan dan zomaar gebeuren dat iemand anders jouw plek en rol in de wereld gaat innemen (de ruimte gaat opvullen). Deze persoon is dan dus eigenlijk ook van zijn/haar plek.
Om op onze plek te komen, dienen we naar binnen te gaan. Onze ware identiteit vinden we in ons hart. We vinden het niet in ons hoofd. Wanneer we in ons hart zijn, zijn we op de plek waar we horen…
“Wees daar waar je hart is”
2. De moeder die in de aarde is
Oude culturen volgden de stroming van de energieën van de aarde en gingen uit van een bezielde natuur. Het zouden lunaire culturen zijn geweest, gericht op de maan en eerbied hebbend voor de aarde, die zij als levend wezen beschouwden. Een moeder dat ademt, beweegt en evolueert. Een moeder die baart, ondersteunt en voedt. De oude natuurvolken hadden tevens de visie dat de materie uit een zichtbaar en een onzichtbaar aspect bestaat.
Het woord materie is overigens verwant met het Latijnse woord mater, wat moeder betekent.
Gedurende de tijd veranderde de manier van waarnemen van de mensen en lunaire culturen werden meer solaire culturen. Het matriarchale werd getransformeerd tot het patriarchale. Een transformatie dat rond 1200 v. Chr. zou zijn begonnen. Het was toen het begin van de ijzertijd.
Behalve de associatie met de aarde is er ook een associatie met water. Zo wordt de moedergodin in de verhalen wel verbonden met de zee, met rivieren, opwellende (geneeskrachtige) waterbronnen en putten. Tevens vinden we aspecten van de oermoeder bij stille plekken in de natuur waar zij ook werd vereerd. Zoals grotten, grote stenen (megalieten), bomen, vulkanen en bergen. Er is ook een link met de slang en zoals eerder genoemd dus ook met de maan. Zij wordt geassocieerd met de cyclus van geboorte, groei, vernietiging en verrijzenis. Maar ook is er de tegenstelling van licht en donker, van beweging en rust, van leven en dood. In oude verhalen komen we deze aspecten in drie vrouwelijke hoedanigheden tegen in het beeld van het jonge meisje, de moeder en de (zwarte) oude vrouw.
Rituelen met betrekking tot de oermoeder (moeder godin), zouden in Europa hebben plaatsgevonden bij een bron, in of bij een grot of onderaardse ruimte, maar ook op heuvels, bij bomen en/of megalieten. Later zouden tijdens de opkomst van het christendom precies op die plekken kerken zijn gebouwd en verdween de verering van de moedergodin steeds meer in het collectief onderbewuste.
Oermoeders vinden we over de hele wereld terug. Zij heeft vele verschillende namen gekregen, zoveel volken zoveel verschijningsvormen. Op Hawaï heet zij Haumea. Ook in de verhalen over Haumea vinden we sporen terug van water, stenen, vulkanen, (wilde)planten en bomen. Haumea is verbonden met de heilige aarde (Honua-mea) en/of de heilige geboorte (Hanau-mea).
De moederschoot is als een donkere ruimte, een zwarte holte die in stilte ruimte geeft en aandacht heeft voor de geboorte, de manifestatie van het licht. Bij de dood keert al het leven terug in haar schoot om daar opnieuw tot leven te kunnen worden gewekt.
Het principe van ontvangende en tevens levensgevende principe zien we later symbolisch terug bij de verering van Isis en haar kind Horus, we zien het ook terug bij de verering van de zwarte madonna beelden (op meerdere plekken in de wereld zijn er elementen van de zwarte mythische vrouw te vinden) en we vinden haar bijvoorbeeld bij Maria met het kind op schoot.
De toegangspoort
Het is een krachtige en tot verbeelding sprekend beeld: het beeld van de waterbron, het zogenaamde heilige, geneeskrachtige water van de Aardemoeder dat opwelt uit haar binnenste. Ook het sprookje over de put van vrouw Holle komt zij naar boven. In een verhaal over Haumea is het echter niet een put, maar een boom die voor haar als toegangspoort dient naar een veilige plek om naar toe te vluchten. Zij neemt hierbij haar partner mee. Ook dat gegeven zien we terug in oude legendes over de moedergodin, er is vaak een mannelijke partner.
Ik heb het idee dat de natuurvolkeren in het verleden middels rituelen toegang zochten, een ingang naar de onderaardse moeder, zoals men ook toegang probeerde (en nog proberen) te krijgen tot een hemelse vader.
We kunnen rituelen of verhalen zoals die over Haumea als toeschouwende deelnemer ontvangen, maar we kunnen het ook meer op onszelf betrekken en het persoonlijker maken. We kunnen dan wel bij bronnen, bomen, in kerken of heilige rivieren toegang zoeken en een heilige verbinding tot stand willen brengen met een helende, troostende of genezende Aardemoeder of Hemelvader. We kunnen zeer geïnspireerd raken bij magische en krachtige stille plekken in de natuur waar we mogelijk ook anderen ontmoeten die weer dezelfde vragen hebben. Maar met projectie van diepere vraagstukken en alles in handen te leggen van een aardemoeder en een Hemelvader komen we niet tot een werkelijke verbinding.
Magische plekken, mythes kunnen ons wel op weg helpen. Mythes, symbolen en magische plekken verschaffen ons aanwijzingen, herbergen informatie. Ze scheppen ook de ruimte en de juiste setting (de juiste sfeer) waarin we tot die verstilling kunnen komen. Magische plekken kunnen ons bijvoorbeeld uitnodigen om tot meditatie over te gaan. Daarbij wordt ons bewustzijn op scherp gesteld bij krachtige energetische plaatsen waar de energiebanen van de aarde sterk voelbaar zijn. Of misschien overvalt je de rust bij het wezen van een oude eik, een stromend beekje een waterbron, dat verscholen ligt in de diepe natuur, of misschien bij de zee, in een kapel of tussen de bomen op een heuvel. Stille plaatsen in de natuur bekrachtigen ons energieveld, eigenlijk net als een auto bij een oplaadpaal van energie wordt voorzien. De weg van toeschouwende deelnemer kan zich verdiepen in de donkere ruimte van de stilte. We vinden het inzicht dan ook alleen daar in die donkere stilte. Het echte zien vind in de stilte plaats.
Toch staat een plek op aarde niet garant voor het vinden van de toegangspoort die de verbinding legt naar heelheid, naar ‘thuis’. Een krachtplek nodigt ons wel uit om de deur naar ‘thuis’ te vinden. Deze toegangspoort waar velen bewust of onbewust naar op zoek zijn, zijn wij echter zelf…. Wij zijn de toegangspoort. We vinden hem door stil te zijn, door naar binnen te gaan en door vervolgens simpelweg ‘hallo’ te zeggen!
Met mijn innerlijke ogen zie ik jou
Maar als ik jou kan zien…
Als ik, jou kan voelen…
Wie ben jij dan?
Wie ben ik?
3: Verraad
*Haumea wijst op het belang om je te herinneren wie je bent. Zij wijst je op je goddelijke afkomst en de magische krachten die je tot je beschikking hebt. Hieronder een artikel met betrekking tot het omgaan met verraad.
Emotioneel betrokken zijn bij iemand, betekent voor mij dat je met iemand meevoelt en meebeweegt met diens behoeftes. Je stemt als het ware op iemand af en reageert vervolgens vanuit dat wat je voelt bij de ander. Door je af te stemmen kun je voor de ander zorgen, je staat klaar om iemand op te vangen of om de ander precies dat te geven, zodat deze zijn/haar taak zo goed mogelijk kan volbrengen. Tevens kun je de ander alle vrijheid geven om te zijn, om zichzelf te vestigen en zelf ergens een stempel op te drukken. Je stuurt zeg maar aan op zelfredzaamheid. Denk hierbij aan de opvoeder, de leerkracht, de leidinggevende, de chefkok, de verpleegkundige, de dokter, de regisseur, de therapeut, de goede vriend of vriendin enzovoorts.
Er kunnen echter problemen ontstaan wanneer de ander geen inzet toont. Wanneer de ander dus als het ware ‘uit’ staat. Er kan innerlijk een irritatie ontstaan wanneer jij je in zo’n geval uit empathie teveel op de vlakte houdt, terwijl de ander het zelfbeschikkingsrecht beschouwt als een vrijbrief om niets te doen. Wanneer de ander het voor jou gevoel laat afweten, kan de teleurstelling groot zijn. Je kunt je afgewezen voelen, in de kou gezet. Je verwachtte mogelijk daadkracht, je verwachtte mogelijk dat de ander de schouders eronder zou zetten om samen met jou het schip door de golven van de oceaan van het leven te loodsen. Dit kan soms een valse verwachting blijken te zijn. Je kunt er namelijk niet altijd automatisch vanuit gaan dat de ander zich slagvaardig opstelt en de uitdaging aangaat om doelmatig samen te werken.
Naast een ontvangende opstelling (betrokkenheid tonen), is het ook belangrijk om te ‘zenden’. Om de ander je verwachtingen duidelijk te maken en grenzen aan te geven, zeker wanneer blijkt dat de ander de ruimtelijke vrijheid te breed opvat en dus het beoogde doel dwarsboomt. Als anderen hun verantwoordelijkheid niet nemen, betekent het namelijk niet dat jij dan ook de verantwoordelijkheid maar uit de weg moet gaan. Of anders gezegd: als een ander ‘uit’ is, betekent dit niet dat jij het licht dan ook maar uit moet doen.
Ontvangen is één ding, je autoriteit neerzetten is van een andere orde. Je kunt een zwakte in je afweer ervaren en uit angst voor de kracht van de ander jouw belang op de achtergrond schuiven. Je kunt bijvoorbeeld bang zijn om tegen de ander in te gaan, bang om niet opgewassen te zijn tegen het (ego)belang van de ander. Maar het kan ook zijn dat je te goed van vertrouwen bent of bang bent om zeurderig over te komen. Om al dat soort redenen kun je het belang van de ander zwaarder laten wegen dan het hogere of algemene belang. Van binnen veroorzaakt dit dan echter wel spanning, stress en irritatie.
Stress en irritatie omdat de ander geen inzet en medewerking vertoont, kan zeer heftig zijn, maar wanneer dit uitmondt tot verraad, dan komt de pijn op een ander ‘level’. Verraden worden door je naasten slaat een gat in je binnenste, een gat in je energiesysteem. Een gat dat zich maar moeilijk laat helen. Wanneer het verraad vervolgens gedurende lange tijd wordt meegezeuld, zonder dat wij expressie (kunnen of durven) geven aan onze autonomie (autos staat voor zelf en nomos staat voor wet), dan zal de energetische blokkade die dit veroorzaakt het zelf beperken om volwassen te worden, om tot wasdom te komen. Verraad overschrijdt de grens van de kosmische orde, de wet van liefde. Het betekent de doodsteek voor de eenheid. De verbinding wordt verbroken, de heelheid valt uiteen. Verraad is daardoor moeilijk te verteren en onmogelijk te negeren. Het kan dan ook alleen geheeld worden wanneer we onze plaats in de autos & nomos gaan innemen. Wanneer we zelf werkelijk ‘aan’ gaan en onze ego ontstijgen.
De ziel staat voor de heelheid, het ego voor de verdeeldheid. Onze ware aard (=liefde). Noem het zenden van de ziel dan ook geen wraakneming, noem het geen vergeldingsactie, maar noem het bewustzijn. Het goddelijke zijn. Zijn houdt in dat we zowel ontvangen (de ervaring toelaten, voelen) als zenden (uitdrukking geven aan de ervaring en aan datgene wat we voelen).
Zenden is overigens niet hetzelfde als vechten. Vechten tegen het verraad van onwilligen is zinloos. Er zullen echter velen zijn die dit laatste niet zullen geloven en tegen deze gedachte in opstand komen en in de weerstand schieten. “Hoezo zullen wij ons neerleggen bij de vernietigingsdrang van het ego? Hoezo zullen wij het kwaad laten winnen van het goede? Dienen wij niet alles wat in onze macht ligt om kwaadwillenden tot rede te brengen? Moeten wij de onwilligen niet proberen tot bewustzijn te verleiden?” Ja en nee. Tot op een bepaalde hoogte kunnen wij inderdaad proberen om onwil tot rede te brengen. Maar wanneer de wil van het ego onverbiddelijk is, is er volgens mij uiteindelijk maar één ding wijs om te doen: ophouden met redden en: loslaten.
Er bestaat zoiets als de kosmische wet van de vrije wil. Als iets of iemand daarom jouw gevoel niet wil erkennen, jouw waarheid niet wil horen en erop uit is om het goede (uit onwetendheid en zijn/haar krampachtige overtuiging) te vernietigen, dan is vechten zinloos. Het zelf is niet opgewassen tegen de penetrerende kracht van de vernietigingsdrang. Misschien een vreemd voorbeeld maar denk hierbij aan de computerhacker. Wanneer hackers een computersysteem willen aanvallen, dan is het niet een kwestie of het ze lukt maar eerder: wanneer het ze lukt. De volhouder wint en zo is het ook met de wil van het ego. Wanneer deze uit is op vernietiging dan is daar geen kruit tegen gewassen. Wannneer het ego heeft besloten de ogen en oren te sluiten voor de roep van de hogere wijsheid, dan houdt het simpelweg op. Wanneer iemand erop uit is om de goede wil te ontkennen (alles heeft uiteindelijk te maken met erkenning) en blijft volharden in een gekwetste staat van zijn, kun je best proberen iemand op andere gedachte te brengen. Je kunt smeken, je kunt lobbyen maar wanneer de onwillige blijft volharden in zijn/haar overtuiging en ware wijsheid blijft aanvallen, dan houdt het op. Je kunt dan maar één ding het beste doen en dat is het dwingende verlangen om de ander te ‘bekeren’ (tot inzicht te brengen) los te laten. Dit is overigens beslist niet hetzelfde als ‘uit’ gaan. Eerder schreef ik: als een ander ‘uit’ is, hoeft dit niet te betekenen dat jij (en je verstand) het licht dan ook maar uit moet doen! Hierin zit de grote les voor de mensheid! In het de geschiedenis van de aarde zijn er veel mensen ‘uit’ gegaan. Zij hebben het innerlijk licht vanwege de traumatische ervaring van verraad gedoofd. Het verraad was te groot om te dragen en de pijn te zwaar om te voelen.
In de aardse realiteit vormen drie principes een drie-eenheid: lichaam, geest en ziel. Wanneer de wil van het ego, dat verbonden is met het aardse (dus met het lichaamsprincipe), niet wil samenwerken met de wil van de ziel, dat verbonden is met het hemelse, dan kan het aardse zichzelf vernietigen. De geest (het verstand) die ertussen staat kan proberen te bemiddelen en het ego proberen tot rede te brengen. Zo kan de geest de boodschap van de ziel proberen over te brengen en als het ware op aarde brengen. Maar als er vanwege rede onvatbaarheid en kosmische wetteloosheid de eenheid niet bereikt kan worden, dan zit er voor het verstand (de geest) maar één ding op en dat is: komen tot een wijze keuze en kiezen voor het loslaten van de strijd (stoppen met het ego te overreden om tot bewustzijn te komen). Of om in meer religieuze termen te spreken: het lichaam af te leggen (symbolisch bedoeld). De geest kan echter ook besluiten om tegen beter weten in te blijven vasthouden aan de hoop op redding van het ego, of het kan besluiten helemaal niet te kiezen. Komt de geest echter niet tot een heldendaad, maar blijft het een zwevende kiezer dan raakt het afgesneden van de ziel (de eeuwige eenheid). De geest doet er in zo’n geval verstandiger aan om te kiezen voor de heelwording en op te gaan in de ziel door zijn plaats in de autos & nomos in te nemen. Dit is de weg van het aan gaan in plaats van uit gaan.
4. De zoektocht naar jezelf
Mijn geboortehoroscoop vertelt mij veel over mijn karakter, persoonlijke voorkeuren, smaken en behoeften. De astrologie verruimt in veel opzichten het beeld dat ik van mezelf heb. Toch blijft de vraag “wie ben ik?” lastig uit te leggen. Wie ik ben schijnt overigens voor veel mensen samen te hangen met wat ik doe. Veel mensen hebben de neiging om aan de hand van werkzaamheden en dagelijkse bezigheden iemand te plaatsen. Dus: ik ben bijvoorbeeld bakker, huisvrouw of postbode. Meestal is één van de eerste vraag van belangstellende onbekende dan ook: “wat doe jij?” of: “wat is je baan?” Iedere keer wanneer deze vraag opkomt, begint mijn geest op volle toeren te draaien op zoek naar een passend antwoord.
Want wat ik ook als antwoord geef, het voelt hoe dan ook onbevredigend omdat wie ik ben, niet hetzelfde voelt als wat ik doe. Er zijn zoveel mensen die iedere dag allerlei dingen doen en daar heel ontevreden over zijn. Je doet jezelf volgens mij tekort wanneer je jezelf puur met je werkzaamheden vereenzelvigt. Dit geldt nog het meest voor hen die niet hun roeping volgen en een baan uitoefenen uit noodzaak of overlevingsstrategie.
Wanneer wij dus niet de rollen zijn die we gedurende de dag uitoefenen, wie zijn we dan wel? Wie ben ik? Ben ik dan een optelsom van persoonlijke behoeften en overtuigingen die voortkomen uit karakteristieke eigenschappen? Ik weet dat veel van mijn behoeften en overtuigingen zich hebben gevormd door ervaringen uit het verleden. In dat opzicht ben ik dus eigenlijk vooral iemand ‘geworden’. De ervaringen hebben mij zeg maar gemaakt tot wie ik ben en hebben een al dan niet positief beeld van mezelf gecreëerd.
In de basis zijn wij heel, zeg maar een krachtige bron van energie. Het leven is echter niet altijd lief voor ons en benadert ons niet altijd uit liefde en respect en dat beïnvloed onze ik-kracht. Er komt echter een moment dat je achter deze waarheid komt, met het gevolg dat je dan alles wat je de afgelopen jaren hebt toegeëigend leert los te laten, zodat je weer kunt worden wie je werkelijk bent. Je doet jezelf namelijk tekort wanneer je blijft vasthouden aan je gekwetste staat van zijn en aan alles wat niet van jou is. Wanneer je niet werkelijk jezelf kunt zijn en je anders voordoet dan je bent, lijd je in stilte. Alles wat niet bij je hoort verzwaart je energieveld en ondermijnt je kracht.
De les van Orcus heeft betrekking op onze verzameldrift, behoefte aan rijkdom en bestaanszekerheid. Vaak in een poging ons belang in de wereld te bewijzen, kunnen we prestatiegericht zijn en bezig met het verwerven van bezittingen. Hoe groter ons bezit, hoe belangrijker wij ons kunnen voelen, want het is vaak de angst geen bestaansrecht te hebben en tekortkoming dat ons drijft. Naast bezittingen en prestaties verzamelen wij ook allerlei kenmerken en overtuigingen over onszelf. Wij kleuren als het ware met allerlei specificaties onze persoonlijkheid in. Zo denken we van alles over onszelf te weten aan de hand van gedragingen. Maar vertelt de manier waarop wij ons gedragen dan de waarheid over wie we zijn? Zijn wij het totaal van onze gedragingen of is er op dieper niveau mogelijk meer aan de hand?
Zo nu en dan kom je de wijsheid tegen dat wij allen één zijn, dat wij allemaal als het ware druppels uit de oceaan zijn, maar wat dit precies betekent, is vanuit mijn huis, tuin en keuken positie niet zo gemakkelijk te begrijpen. Want je kunt je afvragen: hoe zit het dan met de horoscoop? Zou het misschien zo zijn dat de horoscoop laat zien wat ik gedurende incarnaties ben ‘geworden’, wat ik als het ware aan eigenschappen, behoeftes, levenslessen, angsten en tekortkomingen bij elkaar heb verzameld?
Haumea geeft ons mogelijk een aanwijzing. Haumea gaat over de herkenning, de herinnering van onze identiteit. Zoals een vis in oorsprong de kwaliteit van zwemmen in zich heeft en zich daardoor nooit echt de kwaliteiten van een giraffe kan toe-eigenen, zo bezit onze oorspronkelijke zelf bepaalde kwaliteiten. Diep van binnen zit de waarheid, je kunt je afkomst misschien vergeten maar nooit verliezen. Er komt een moment dat de herinnering weer komt bovendrijven nadat je laag voor laag aan vernis hebt verwijderd. Maar alleen wanneer je bereid bent op zoek te gaan naar je echte zelf.
5: Zelferkenning
(uit de serie: emotionele betrokkenheid)
Wanneer het niet lukt om succesvol te zijn, kun je het gevoel hebben niet te voldoen aan de eisen. Tegen beter weten in blijf je dan misschien je best doen en op zoek naar manieren om je gevoel van tekortkoming te overwinnen. Sommigen laten in een dergelijk geval juist hun hoofd hangen. Voor beide gevallen geldt: je ondermijnt je eigen kracht! Je bent teveel gefocust op je onkunde en ziet je ware talent over het hoofd.
Iedereen kan tegen de grenzen van zijn of haar mogelijkheden aanlopen. Het getuigt echter van kracht (en dus niet van zwakheid) wanneer je erkent dat iets niet zo jou ‘ding’ is. Als iets niet goed lukt, kan dat komen omdat jouw talent zich op een andere vlak bevindt. Erkennen wie je bent, waar je kracht ligt en daar vervolgens bewust aan vasthouden (erop vertrouwen dat jouw specialiteit een kwaliteit is), is een van die lastige lessen in het leven. Vooral wanneer je niet weet wie je bent en wanneer je daarbij ook nog eens last hebt van zelfkritiek.
Niemand is perfect. Wanneer je nee zegt (en dus je eigen grens aangeeft), is dit geen erkenning van mislukking (sommige hebben het gevoel dat ze ja moeten zeggen, omdat nee wijst op het niet capabel zijn), maar een teken dat je je eigenwaarde erkent. Het is maar hoe je er tegen aan kijkt.
Je hoort wel eens de uitspraak: “Iedereen is te vervangen.” Of: “Voor jou, tien anderen.” Deze uitspraken wil ik graag (voor een deel) tegenspreken. Wanneer een bepaalde activiteit jouw unieke kwaliteit benadrukt, dan geeft namelijk niemand anders op precies dezelfde manier inhoud aan die activiteit. Net zoals er meerdere schilders zijn, is er maar één Rembrand en is er maar één Picasso. Beide mannen waren goed in de schilderkunst maar bezaten ieder hun eigen unieke schilderstechnieken. Zelfs al zet je twee natuurtalenten naast elkaar, ze zullen nooit exact dezelfde creaties voortbrengen.
We kunnen talent kopiëren, we kunnen ons met een ander vergelijken, we kunnen schilderlessen volgen, toch zullen wij nooit Vincent van Gogh worden. Precies zo is het ook met onze eigen getalenteerdheid: er is maar één jij! Ieder is koning of koningin op zijn eigen terrein en vanuit dat gezichtspunt ben jij dus onvervangbaar.
Er kunnen mensen zijn die een bepaalde taak op hele natuurlijke manier uitvoeren en daardoor beter presteren dan jij dat doet. Niet omdat ze beter geschoold zijn of omdat ze meer ervaring hebben, maar gewoon omdat ze het nu eenmaal meer in zich hebben. Omdat die taak zeg maar meer hun ding is. Eigenheid is onvervangbaar. Hoe hard je ook je best doet om zo’n natuurtalent te evenaren. Uiteindelijk draait het allemaal om een stukje persoonlijke betrokkenheid, eigen inbreng en passie.
De bovenstaande uitspraken (Iedereen is te vervangen en voor jou, tien anderen) kloppen echter wel wanneer je werk verricht die niet vanuit je hart worden ingegeven. Dus wanneer iets zonder liefde wordt uitgevoerd. Dit is het geval wanneer jij je handelingen niet bedekt met een persoonlijk sausje en wanneer je dingen doet vanuit een gevoel van plichtmatigheid en routine. Dingen doet omdat het moet dus.
Dit betekent overigens niet dat je niet open kunt staan voor activiteiten waar je niet zo bedreven in bent. Kwaliteiten kunnen zich gedurende de tijd namelijk best ontwikkelen en ook als iets niet zo goed lukt, kun je er natuurlijk wel plezier aan beleven. Van belang is dat je dan wel eerlijk bent naar jezelf, erkent wie je bent en welke natuurlijke eigenschappen bij jou horen. Zo is een vos nu eenmaal in staat een haas te vangen en niet andersom. Daarbij is het ook nog eens zo dat wanneer je goed bent in het één, de lat (onbewust) net zo hoog legt voor het andere. Wanneer iemand echter zijn eigen beperkingen niet accepteert en tegelijkertijd zijn kwaliteiten niet erkent, loopt hij de kans mis, zijn ware talent in de wereld te zetten en onnodig gefrustreerd te raken.
*Het bovenstaande thema zouden we kunnen verbinden met de boodschap en betekenis van Haumea. Zij wijst op het belang om je te herinneren wie je werkelijk bent. Zij wijst je op je goddelijke afkomst en de magische krachten die je tot je beschikking hebt.