Haumea is de Hawaïaanse godin van vruchtbaarheid en oermoeder aarde. Zij staat voor de kracht die stilstaat in de ruimte en tijd om dichter bij jezelf te kunnen komen (jezelf te vinden door te herinneren wie je bent). Haumea staat voor de kracht die je kunt aanwenden om stil te staan en naar binnen te keren.
Doel: je uitgangspositie bepalen zodat je jezelf kunt gaan inbrengen en vanuit bezieling en innerlijke leiderschap de ruimte en tijd kunt bevruchten met je energie.
*Over de magie (magische krachten) die wij bezitten om het leven zelf richting te geven (te sturen).
Ik bezit grote kracht.
Mythisch staat Haumea voor de Grote Moeder: Mater. Ze staat voor de aarde en meer in abstractere zin voor de materie. In diepere zin staat ze symbool voor de vruchtbare kracht die in de materie huist, ze staat als het ware voor het licht (‘vuurvonk’) die ons lichaam bezielt, tot leven wekt. Haumea gaat over jezelf vinden door te herinneren wie je bent. Zij is de kracht die je kunt aanwenden om stil te staan en naar binnen te keren. Haumea gaat over het begrip entiteit (iets dat een bestaan heeft). Ook jij bent een entiteit, want jij bestaat!
Op aarde zijn betekent deelnemen aan het proces van de materie (Mater) en bij Haumea kom je in contact met dat wat ‘matters’. Het is in ons eigen belang om het leven op aarde zin te geven, maar de vraag is die jij jezelf hierbij kunt stellen: toon jij je ware aard op aarde? Wanneer de angst het wint van de liefde dan speel je als het ware de rol van de spelbreker. Je blijft op de zijlijn toekijken (je verstoppen).
Vragen
Wie ben je in de kern? Wat bezielt jou ?
Intentie
Ik Ben. Ik volg mijn hart, ik ben aanwezig in mijn centrum. Over de belichaming: in je lijf komen. Op aarde komen: indalen. Het bewustzijn incarneert in een stoffelijk lichaam. Je plek innemen in je lichaam op aarde, jezelf inbrengen en vanuit bezieling binnen jouw eigen vorm deelnemen aan het leven. Herinneren (weten) wie je in essentie bent en vandaaruit manifesteren.
“Wees daar waar je hart is”‘
De moeder die in de aarde is
Oude culturen volgden de stroming van de energieën van de aarde en gingen uit van een bezielde natuur. Het zouden lunaire culturen zijn geweest, gericht op de maan en eerbied hebbend voor de aarde, die zij als levend wezen beschouwden. Een moeder dat ademt, beweegt en evolueert. Een moeder die baart, ondersteunt en voedt. De oude natuurvolken hadden tevens de visie dat de materie uit een zichtbaar en een onzichtbaar aspect bestaat.
Het woord materie is overigens verwant met het Latijnse woord mater, wat moeder betekent.
Gedurende de tijd veranderde de manier van waarnemen van de mensen en lunaire culturen werden meer solaire culturen. Het matriarchale werd getransformeerd tot het patriarchale. Een transformatie dat rond 1200 v. Chr. zou zijn begonnen. Het was toen het begin van de ijzertijd.
Behalve de associatie met de aarde is er ook een associatie met water. Zo wordt de moedergodin in de verhalen wel verbonden met de zee, met rivieren, opwellende (geneeskrachtige) waterbronnen en putten. Tevens vinden we aspecten van de oermoeder bij stille plekken in de natuur waar zij ook werd vereerd. Zoals grotten, grote stenen (megalieten), bomen, vulkanen en bergen. Er is ook een link met de slang en zoals eerder genoemd dus ook met de maan. Zij wordt geassocieerd met de cyclus van geboorte, groei, vernietiging en verrijzenis. Maar ook is er de tegenstelling van licht en donker, van beweging en rust, van leven en dood. In oude verhalen komen we deze aspecten in drie vrouwelijke hoedanigheden tegen in het beeld van het jonge meisje, de moeder en de (zwarte) oude vrouw.
Rituelen met betrekking tot de oermoeder (moeder godin), zouden in Europa hebben plaatsgevonden bij een bron, in of bij een grot of onderaardse ruimte, maar ook op heuvels, bij bomen en/of megalieten. Later zouden tijdens de opkomst van het christendom precies op die plekken kerken zijn gebouwd en verdween de verering van de moedergodin steeds meer in het collectief onderbewuste.
Oermoeders vinden we over de hele wereld terug. Zij heeft vele verschillende namen gekregen, zoveel volken zoveel verschijningsvormen. Op Hawaï heet zij Haumea. Ook in de verhalen over Haumea vinden we sporen terug van water, stenen, vulkanen, (wilde)planten en bomen. Haumea is verbonden met de heilige aarde (Honua-mea) en/of de heilige geboorte (Hanau-mea).
De moederschoot is als een donkere ruimte, een zwarte holte die in stilte ruimte geeft en aandacht heeft voor de geboorte, de manifestatie van het licht. Bij de dood keert al het leven terug in haar schoot om daar opnieuw tot leven te kunnen worden gewekt.
Het principe van ontvangende en tevens levensgevende principe zien we later symbolisch terug bij de verering van Isis en haar kind Horus, we zien het ook terug bij de verering van de zwarte madonna beelden (op meerdere plekken in de wereld zijn er elementen van de zwarte mythische vrouw te vinden) en we vinden haar bijvoorbeeld bij Maria met het kind op schoot.
De toegangspoort
Het is een krachtige en tot verbeelding sprekend beeld: het beeld van de waterbron, het zogenaamde heilige, geneeskrachtige water van de Aardemoeder dat opwelt uit haar binnenste. Ook het sprookje over de put van vrouw Holle komt zij naar boven. In een verhaal over Haumea is het echter niet een put, maar een boom die voor haar als toegangspoort dient naar een veilige plek om naar toe te vluchten. Zij neemt hierbij haar partner mee. Ook dat gegeven zien we terug in oude legendes over de moedergodin, er is vaak een mannelijke partner.
Ik heb het idee dat de natuurvolkeren in het verleden middels rituelen toegang zochten, een ingang naar de onderaardse moeder, zoals men ook toegang probeerde (en nog proberen) te krijgen tot een hemelse vader.
We kunnen rituelen of verhalen zoals die over Haumea als toeschouwende deelnemer ontvangen, maar we kunnen het ook meer op onszelf betrekken en het persoonlijker maken. We kunnen dan wel bij bronnen, bomen, in kerken of heilige rivieren toegang zoeken en een heilige verbinding tot stand willen brengen met een helende, troostende of genezende Aardemoeder of Hemelvader. We kunnen zeer geïnspireerd raken bij magische en krachtige stille plekken in de natuur waar we mogelijk ook anderen ontmoeten die weer dezelfde vragen hebben. Maar met projectie van diepere vraagstukken en alles in handen te leggen van een aardemoeder en een Hemelvader komen we niet tot een werkelijke verbinding.
Magische plekken, mythes kunnen ons wel op weg helpen. Mythes, symbolen en magische plekken verschaffen ons aanwijzingen, herbergen informatie. Ze scheppen ook de ruimte en de juiste setting (de juiste sfeer) waarin we tot die verstilling kunnen komen. Magische plekken kunnen ons bijvoorbeeld uitnodigen om tot meditatie over te gaan. Daarbij wordt ons bewustzijn op scherp gesteld bij krachtige energetische plaatsen waar de energiebanen van de aarde sterk voelbaar zijn. Of misschien overvalt je de rust bij het wezen van een oude eik, een stromend beekje een waterbron, dat verscholen ligt in de diepe natuur, of misschien bij de zee, in een kapel of tussen de bomen op een heuvel. Stille plaatsen in de natuur bekrachtigen ons energieveld, eigenlijk net als een auto bij een oplaadpaal van energie wordt voorzien. De weg van toeschouwende deelnemer kan zich verdiepen in de donkere ruimte van de stilte. We vinden het inzicht dan ook alleen daar in die donkere stilte. Het echte zien vind in de stilte plaats.
Toch staat een plek op aarde niet garant voor het vinden van de toegangspoort die de verbinding legt naar heelheid, naar ‘thuis’. Een krachtplek nodigt ons wel uit om de deur naar ‘thuis’ te vinden. Deze toegangspoort waar velen bewust of onbewust naar op zoek zijn, zijn wij echter zelf…. Wij zijn de toegangspoort. We vinden hem door stil te zijn, door naar binnen te gaan en door vervolgens simpelweg ‘hallo’ te zeggen!
Met mijn innerlijke ogen zie ik jou
Maar als ik jou kan zien…
Als ik, jou kan voelen…
Wie ben jij dan?
Wie ben ik?