Gedurende de tijd hebben we ingeprent gekregen dat het egoïstisch is om eerst aan jezelf te denken. Het christendom en de kerk heeft hier een grote rol in gespeeld. Zij predikt al eeuwen dienstbaarheid en naaste liefde en leert de mens dat het ‘not done’ is om jezelf op de eerste plaats te zetten. Het verkondigen van die dienstverlenende, barmhartige boodschap heeft zich gedurende de tijd ongemerkt in onze cultuur genesteld.
Mogelijk werd deze boodschap vanuit goede bedoelingen de wereld ingezet met het achterliggende idee het egoïsme de wereld uit te bannen. Wanneer iedereen immers vandaag nog zou besluiten om zichzelf voor altijd op de tweede plaats te zetten, zal je een ander immers nooit zo snel voor het hoofd stoten en de wereld zal dan als vanzelf een vriendelijk karakter kunnen krijgen.
Echter heeft deze, op eerste gezicht goed bedoelde overtuiging, ook een keerzijde. Namelijk: het geeft een ander macht over jou doen en laten. Dit onder het mom van: “als jij geen rekening houdt met mij, als jij je niet dienstbaar opstelt en anders denkend bent, dan ben je egoïstisch…” En zo kan het gebeuren dat jou een schuldgevoel wordt aangepraat.
Op het eerste gezicht is het best een nobele gedachte om jezelf op de tweede plaats en ten dienste van de ander op te stellen. Echter wanneer je er goed over nadenkt, kleven er dus ook nadelen aan. Het gevaar bestaat namelijk dat je door de behoeften van een ander belangrijker te maken, met jezelf in de knoei kunt komen. Helemaal als jij je daarbij ook nog eens verantwoordelijk gaat voelen voor de ander zijn of haar levensgeluk.
Vele generaties vrouwen hebben zich om precies die reden weggecijferd en opgeofferd. Zij plaatsten de man vanuit culturele en kerkelijke overtuiging boven zichzelf. Zij schikte zich in haar verzorgende taken om aan het ‘goede’ te kunnen voldoen. De man daarentegen diende zichzelf wel op de eerste plaats te zetten, echter vanuit de intentie dat hij daarmee het gezin, de familie en de gemeenschap economisch kon dienen. Hij moest zich dus zeg maar egoïstisch kunnen opstellen om zo het grotere belang te kunnen dienen. Dus jezelf op de eerste plaats zetten, kon als middel worden ingezet om al dan niet zogenaamd het ‘goede’ te kunnen doen. Denk hierbij ook aan leiders, geneesheren, landeigenaren enzovoorts.
Nu zijn we in een tijd aangekomen waarin het thema egoïsme onze aandacht heeft en de oude religieuze theorieën en de hierboven genoemde oplossing om ermee om te gaan, geëvalueerd mag worden. We doen er volgens mij goed aan om het thema egoïsme vanuit spirituele invalshoek te onderzoeken.
We komen er langzamerhand namelijk achter dat het voor ons gevoel van eigenwaarde niet klopt om een ander, vanuit bijvoorbeeld geslacht, culturele achtergrond, functie, financiële situatie, familielijn, enzovoorts, een meerwaarde toe te kennen en daarmee egoïstisch gedrag voor die personen toe te staan. Er vindt een transformatie plaats en dat gaat niet zonder gemor van het ‘establishment’. Eerder kwamen we blijkbaar nog niet in conflict met onszelf en beschouwden we het geloofssysteem van dienstbaarheid, als iets dat ‘goed’ was voor ons en de wereld. Afhankelijk van je afkomst (geslacht, cultuur en familie waarin je werd geboren) bezat je nu eenmaal meer of minder rechten om je zeg maar ‘vooraanstaand’ te kunnen gedragen.
Nu beginnen we ons echter steeds meer te realiseren dat onszelf opofferen ten gunste van een betere wereld, door een ander meer rechten te geven, dit automatisch ook betekent dat we een ander toestaan voor ons te bepalen wat goed en wat slecht is. En deze schoen begint nu te wringen.
Wanneer we dus vanuit ons geloofssysteem bezig zijn met de vraag: “wat heb jij nodig?” En niet (of pas in tweede instantie) met: wat heb ik eigenlijk nodig, dan ondermijnen we onze manifestatiekracht. In de astrologie leren we dit principe van de tekens Ram en Weegschaal. Bij een gezonde relatie en samenwerking gaat het altijd om een eerlijke verdeling, om geven en nemen. Alleen wanneer het geven en nemen in balans is, kan de relatie slagen. De onevenwichtige verdeling is echter iets wat het oude geloofssysteem in stand houdt. We hebben dus een nieuw kader nodig, een nieuw idee dat beter past bij onze huidige inzichten. We beginnen te beseffen dat ieder individu het totaal in zich draagt en het in hokjes denken en in maatschappelijke piramide structuren past niet meer.
Wat zal de uitwerking een groots effect hebben wanneer we massaal afrekenen met de overtuiging ‘slecht’ te zijn en wanneer we onszelf en de ander een dienst bewijzen door de liefde voor het leven op de eerste plaats te zetten. Wat zal het effect groot zijn wanneer we dienstbaarheid tonen aan het leven zelf, puur door onszelf lief te hebben!